Woordreeksen beginnen met /m/, /n/, /h/ of vocaal

M-inzet: éénlettergrepig naar meerlettergrepig

meug

mijl

mond

meel

 

meubel

moezelzwijn

motor

 

minimum

mensenmassa

muggenbeet

muur

mouw

mul

men

 

muren

malen

meevallen

 

mijnenveger

mallen

mummelen

mooi

muil

min

mier

 

muziek

maandag

moeizaam

 

mouwen

machine

middernacht

maan

moes

moest

man

 

molen

mayonaise

meesterschap

 

muizenval

mopperen

mengen

N-inzet: éénlettergrepig naar meerlettergrepig

neus

nieuw

nul

nu

Nijl

nip

noot

nauw

noem

nep

naai

nam

neuzen

noemen

nederlaag

nauwkeurig

nonsens

nattig

neven

notenboom

neusvleugel

noemenswaard

niemand

netto

nattig

nijptang

nummer

nuance

naamloos

nieuwjaar

netwerk

nippen

nachtblind

 

nutteloos

normaal

numeriek

nagenoeg

neiging

Noormannen

nissen

H-inzet: éénlettergrepig naar meerlettergrepig

heul

heen

hik

ham

huur

hiel

heil

haal

huil

hun

houw

hen

hoog

hol

hoen

heb

heuvel

holen

heden

hommel

hinde

huisbaas

heupbeen

hoognodig

holbewoner

humaan

hoelang

hazelnoot

hiaat

handel

huwelijk

hoesten

hierover

hunkeren

hamster

huilen

haven

helden

houwen

houtblok

Vocaal-inzet: éénlettergrepig naar meerlettergrepig

uur

aar

om

oom

eens

in

ook

eer

oer

uil

oef

oud

euvel

oceaan

eenzaam

afdoen

ijver

urgent

ultra

Eupen

opa

eerbaar

appel

eiken

inboedel

impressie

unaniem

oester

orgaan

effen

eindelijk

uitgeven

uitvinden

oefening

octaaf

enkel

uiting

aankomen

avond

overtuigen

Naar de oefeningen